Nieuwsblad Transport: Mentale omslag in Roemenië
8-11-2011
Neele-Vat is actief in de Benelux, Duitsland, Zwitserland, Engeland, Ierland, Frankrijk en diverse Zuid-Europese landen. Volgens directeur Peter Vinke is het ‘in het huidige economische klimaat ireëel te verwachten dat je daar sterke organische groei kunt realiseren. De traditionele markten zijn gestabiliseerd. De groei bedraagt, afhankelijk van de economische omstandigheden en deelgebied van maximaal 5% per jaar. 4,5 jaar geleden zijn we voorzichtig gestart om Oost-Europa te ontdekken. In eerste instantie lag de focus op polen en Tsjechië. Dat was een groot succes, we hebben er veel werk uit gehaald en ontwikkelen ons hier nog steeds, een groei van meer dan 30% per jaar.
Inmiddels hebben we in Polen en Tsjechië uitstekend werkende samenwerkingsverbanden met lokale agenten en een netwerk aan bonafide en goede transporteurs. Een en ander heeft geresulteerd in het openen van een klein eigen kantoor in Moskou. Wij zien het verder uitbreiden van onze Oost-Europa activiteiten als absoluut speerpunt in ons beleid voor de komende jaren. We noteren momenteel een Oost-Europese omzet van ongeveer 10 miljoen euro per jaar, maar dat kan zomaar doorgroeien naar dertig miljoen per jaar.
Neele-Vat wilde het netwerk in Oost-Europa weer een stapje verder uitbreiden, richting Balkangebied. Het bedrijf kwam in contact met Paul Rovers, een Nederlandse logistiek manager, gepokt en gemazeld in het Roemeense en graag terug wilde naar Roemenië. ‘We hebben drie speerpunten geformuleerd. Twee daarvan zijn al gerealiseerd. Allereerst het opzetten van een transportdienst tussen West-Europa en Roemenië. Inmiddels bieden we dagelijkse vertrekken naar Roemenië voor zowel groupage, deellading als fulltruck load transport. Het tweede speerpunt was het opzetten van een netwerk van charters met Roemeense chauffeurs. Deze charters rijden in opdracht van Neele-Vat door heel Europa en richten zich op de lange afstanden en op het grensoverschrijdend vervoer. De volgende stap, die we dit jaar nog nemen, is het inzetten van eigen materiaal en eigen chauffeurs die ook op de lange afstanden en grensoverschrijdend gaan werken.’
De inzet van Oost-Europese chauffeurs is volgens Vinke noodzakelijk. ‘Ik verwacht op termijn een chauffeurstekort in Nederland. Dat gaat gegarandeerd tot capaciteitsproblemen leiden. Er is hier bijna geen jonge instroom van chauffeurs. Ik wilde onze capaciteit op de lange afstanden in Europa zeker stellen. Tevens is het met de Nederlandse lonen onmogelijk om een internationale tender te winnen. Een Roemeense auto aan de gang houden is ongeveer 30% goedkoper. We zien ook dat onze klanten hun productie van West-Europa naar Oost-Europa verschuiven. Tevens stijgt de afzet van onze bestaande Nederlandse relaties naar de Oost-Europese bestemmingen. De ton/km-verhouding gaat omhoog. Tevens is Roemenië sinds 2007 lid van de EU, iets wat het land nog steeds een boost geeft. Ik verwacht in Oost-Europa nog flink te groeien.’
Het opzetten van een kantoor in Roemenië viel Vinke enorm mee. ‘Natuurlijk moet je een hele papierwinkel doorlopen, voordat je alle vergunningen hebt. Maar vergis je niet wat voor papierwinkel we in Nederland continu moeten doorstaan. Ik heb in Roemenië veel enthousiaste mensen ontmoet die graag meewerken aan bedrijven die investeren willen in hun land. We liepen wel tegen de noodzaak van een mentale omslag aan. We moesten de planners en chauffeurs in het begin echt onze westerse maatstaven opleggen. Zo zijn bijvoorbeeld onze Nederlandse chauffeurs gewend bij wachttijden al na dertig minuten naar de planners te bellen. De Roemeense chauffeurs deden dat pas na vijf uur. Hetzelfde geldt bij vertragingen onderweg. De Roemeense chauffeurs lieten niet weten dat ze vertraagd waren, dan kwamen ze gewoon drie of vier uur later bij de klant zonder bericht. Daar hebben we flink in moeten sturen.
Hetzelfde geldt voor facturering. Met de bescheiden marges in de transport business willen we dat de financiën meteen en in een keer goed afgehandeld worden. Dat besef en de financiële kennis en kunde ontbraken bij het Roemeense personeel. Maar inmiddels gaat het goed. De mensen werken hard en willen vooruit. Wij vinden het wel noodzakelijk dat er een westerse manager zit om het kantoorpersoneel te coachen, om de charterbedrijven te auditeren (checken van kwaliteit auto’s, papieren, zowel adr- en cmr-verzekering) en om het juiste personeel aan te nemen.’
Momenteel werken er voor Neele-Vat in Roemenië vijf personen en rijden er vijfendertig trucks in charterdienst. Volgende stap is de werving van eigen chauffeurs en pas daarna volgt het opzetten van een eigen distributiecentrum. ‘De opslagruimte die we nodig hebben, huren we nu nog. Je moet eerst opstaan om te leren lopen en pas daarna leer je hardlopen. Maar het gaat goed, sinds we er fysiek zitten. Zo gaan er flinke stromen heen en weer tussen Roemenië en Bulgarije en Roemenië en Italië. Vanuit Nederland hadden we daar geen grip op, maar nu we daar zitten, kunnen we over die stromen meepraten en extra omzet genereren.’