Column Neele-Vat Logistics: Tijd voor verandering in de haven van Rotterdam
7-11-2013
Geboren en getogen in het familiebedrijf Neele-Vat Logistics, zit de haven van Rotterdam in mijn hart en ziel. Rotterdam inspireert mij, en zoals we hier zeggen: “De Maas stroomt door mijn aderen.” Als echte ondernemer ben ik altijd op zoek naar nieuwe kansen en wil ik de kwaliteit verbeteren – niet alleen voor mijn eigen bedrijf, maar ook voor de haven als geheel. Al een tijd voel ik dat er twee belangrijke thema’s zijn die aangepakt moeten worden: digitalisering en samenwerking.
Wat digitalisering betreft, denk ik dat havens nog een flinke inhaalslag moeten maken. De focus ligt nu vooral op de hardware – het bouwen van nieuwe havens, wegen en spoor – terwijl die juist zou moeten liggen op de software: het ontwikkelen van intelligente systemen waarmee we sneller en efficiënter kunnen werken. De hele wereld investeert in software en digitalisering. Persoonlijk vind ik dat investeringen in bijvoorbeeld Portbase de hoogste prioriteit zouden moeten krijgen voor alle havens. Ik ben ervan overtuigd dat digitalisering ons verder brengt en Rotterdam helpt om zijn koppositie te behouden.
Dat brengt me bij het tweede punt: de doorlooptijd. In de haven van Rotterdam hebben we nog steeds de snelste doorlooptijd, maar er is ruimte voor verbetering. Houd er rekening mee dat er veel partijen betrokken zijn bij het traject van een container door de haven. De mate van samenwerking tussen deze partijen bepaalt de doorlooptijd, en eerlijk gezegd – we kunnen het zoveel beter doen als die samenwerking wordt verbeterd. Als expediteur hebben wij met al deze schakels in de keten te maken. Het frustreert mij dat iedereen vooral vanuit zijn eigen belang handelt, zonder oog voor het grotere geheel – laat staan dat men écht samenwerkt.
Daarom vind ik dat er een gedragscode moet komen voor alle partijen die betrokken zijn bij containertransport. Ik geloof sterk dat we allemaal tijd en dus geld besparen als we duidelijke afspraken maken over hoe we optimaal kunnen samenwerken. En daarbij moeten we elkaar scherp houden. Zo’n code moet geen statisch document zijn, maar een dynamische afspraak gebaseerd op voortschrijdend inzicht.
Wat mij verbaast, is dat er wereldwijd nog geen enkele haven is met zo’n gedragscode. Dat motiveert mij alleen maar om ervoor te zorgen dat wij in Rotterdam de eerste zijn. Want dat past bij ons karakter: Rotterdam is vernieuwend en vooruitstrevend – en dit is opnieuw een manier om dat te bewijzen.