Nieuwe Europese douanewetgeving
17-05-2016
Per 1 mei treedt het Douanewetboek van de Unie (DWU, voorheen UCC) in werking, als vervanger van het Communautair Douane Wetboek (CDW). De douane digitaliseert in rap tempo, veiligheid krijgt meer aandacht en bedrijven hebben behoefte aan eenvoudigere regels. Daarom is deze nieuwe douanewetgeving nodig. Op 1 mei 2016 vervangt de Union Customs Code (UCC) het CDW definitief. De laatste details van de toepassingsverordening – de vervanger van het TCDW – worden op dit moment afgerond.
Niet alle veranderingen gaan meteen op 1 mei 2016 in. Voor een aantal onderdelen geldt een overgangsperiode tot en met 2020. Veranderingen die nieuwe of aangepaste IT-systemen vereisen, schuiven door naar een later moment. Ook voor regelingen zoals douanewaarde en entrepot type D gelden overgangsbepalingen. Papieren aanpassingen, zoals bij AEO of de Bindende Tarief Inlichting (BTI), gaan wel per 1 mei in.
De AEO-regels veranderen beperkt. Wel wordt AEO belangrijker als basis voor andere douanevereenvoudigingen en vergunningen. Daarnaast gelden er aanvullende eisen op het gebied van beroepservaring of opleiding. Minimaal drie jaar relevante ervaring of een erkende opleiding is vereist. Hoe bedrijven dit precies moeten aantonen, is nog onduidelijk.
De douanewaarde blijft op verschillende manieren te bepalen. De definitie van de meest gebruikte methode – de transactiewaarde – krijgt een nieuwe formulering. Voortaan geldt de laatste verkoopprijs vóór binnenkomst in het douanegebied van de Unie als uitgangspunt.
Bedrijven kunnen nu al BTI’s en BOI’s aanvragen bij de douane. Tot nu toe is het gebruik ervan vrijwillig, maar dat verandert. Wie een BTI of BOI aanvraagt, moet het bijbehorende nummer vermelden in de aangifte, en de inhoud van de inlichting volgen. Dit geldt ook voor bestaande BTI’s en BOI’s. Wie zo’n inlichting bezit maar niet gebruikt, moet een verzoek indienen om deze te laten intrekken. Vanaf 1 mei 2016 daalt de geldigheidsduur van nieuwe BTI’s en BOI’s van zes naar drie jaar.
Veel bedrijven werken met een onvolledige aangifte, waarbij bijvoorbeeld een oorsprongsdocument later volgt. De UCC bepaalt dat bij regelmatig gebruik van deze vereenvoudiging een vergunning nodig is. Wat ‘regelmatig’ precies betekent, blijft nog onduidelijk – mogelijk vijftig keer per maand. De termijn om aanvullende gegevens aan te leveren verkort van dertig naar tien dagen.
Voor aangifte via inschrijving in de administratie – de huidige maandaangifte of domiciliëringsprocedure – gaan strengere eisen gelden. De exacte invulling wordt nog besproken, maar het lijkt erop dat het aantal verplichte meldingen toeneemt.
De huidige indeling in entrepottypes A t/m F verdwijnt. In plaats daarvan komen er drie publieke en één privaat type. Het private entrepot wordt een combinatie van de huidige types C en E. Hoe Nederlandse entrepothouders overstappen van type C of E naar het nieuwe systeem, is nog niet duidelijk. De regelingen AV-schorsing, AV-terugbetaling en behandeling onder douanetoezicht gaan samen verder als één regeling voor actieve veredeling (AV), vergelijkbaar met de huidige AV-schorsing. Huidige vergunningen blijven in principe geldig tot de einddatum, onder de bestaande voorwaarden.
Voor meer informatie kunt u terecht bij uw contactpersoon binnen Neele-Vat Logistics.
bron: www.evo.nl